Hoe verloopt de samenwerking in Rotterdam tussen de sportverenigingen en de lokale overheid?
De vraag van Daniel Klijn aan Gert-Jan Lammens 11 juni 2024
- De vraag van… Daniel Klijn, bestuurder bij het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) dat door heel Nederland bestuurders bij elkaar brengt en hun belangen behartigt bij lokale en landelijke beleidsmakers
- Aan... Gert-Jan Lammens, directeur van Rotterdam Sportsupport
De vraag
Hoe verloopt de samenwerking in Rotterdam tussen de sportverenigingen en de lokale overheid? En (wat) zou jij andere gemeenten en ondersteuningsorganisaties voor sportverenigingen adviseren om die samenwerking (opnieuw) vorm te geven?
Het antwoord
Wat goed dat je aandacht vraagt voor de samenwerking met sportverenigingen en dank voor je de gelegenheid om iets te delen over de Rotterdamse situatie.
Sportverenigingen belangrijker dan ooit
Sportverenigingen vormen een ontzettend belangrijk deel van het sociale weefsel van de samenleving en worden in mijn ogen steeds belangrijker. Bij Rotterdam Sportsupport noemen we in één adem met de kracht van sport en bewegen: de kracht van het verenigen. Na de coronapandemie bemerk ik persoonlijk toenemende polarisatie, kortere lontjes en een terugloop in oprechte interesse en verbinding met elkaar. Zaken waar we ons in uitdagende economische maar zeker ook sociaal-maatschappelijke tijden grote zorgen over moeten maken. Vandaar onze pay-off ‘Kampioen in verenigen'.
De typisch Hollandse infrastructuur met 25.000 sportverenigingen in ons land, waar Rotterdam er 350 van telt, moeten we koesteren. Niet alleen als een laagdrempelig netwerk van sport- en beweegaanbieders maar zeker ook als plekken waar mensen elkaar op basis van gelijkwaardigheid ontmoeten en samenredzaamheid gevonden wordt. Jouw oproep om de manier waarop naar sportverenigingen wordt gekeken opnieuw te framen zie ik in deze context.
"Overheden worden door sportverenigingen niet altijd gezien als partner, maar vaak als huisbaas of instantie die met regelgeving de dagelijkse operatie bemoeilijkt"
Terugkomend op jouw vraag prijs ik me gelukkig met hoe de sportagenda in Rotterdam is georganiseerd en hoe daarin naar verenigingen gekeken en mee omgegaan wordt. Rotterdam heeft de uitvoering van het sportbeleid uitbesteed aan drie partijen: Rotterdam Topsport, Sportbedrijf Rotterdam en Rotterdam Sportsupport. Het belang van een onafhankelijke organisatie die zich ontfermt over kwalitatief hoogwaardige clubondersteuning en het belang van vitale verenigingen voor een gemeenschap zijn enorm. Om te kunnen samenwerken is een goede vertrouwensrelatie onze heilige graal. Overheden worden door sportverenigingen niet altijd gezien als partner, maar vaak als huisbaas of instantie die met regelgeving de dagelijkse operatie bemoeilijkt. Denk alleen maar aan de uitbreiding van betaald parkeren in Rotterdam.
Doordat Rotterdam Sportsupport dicht bij de clubs staat en zich onafhankelijk positioneert tussen de lokale overheid met haar verschillende domeinen, andere organisaties die sport raken en de verenigingen kunnen werelden goed bij elkaar worden gebracht. Voor ons als ondersteuningsorganisatie enerzijds en opdrachtnemer van de gemeente anderzijds niet altijd de makkelijkste positie maar wel de meest effectieve en duurzame.
Neem verenigingen serieus
Door het belang van een vitaal, veilig en toekomstbestendig verenigingsleven op waarde in te schatten, te snappen hoe complex de vraagstukken zijn en sportverenigingen serieus te nemen zien we dat er ruimte ontstaat voor partnership. Verenigingen en Rotterdam Sportsupport worden niet alleen gezien als uitvoeringsorganisaties maar zeker ook als partner in beleid met een gedragen visie, een stabiel verenigingsleven en prachtige maatschappelijke programma’s tot gevolg. Rotterdam telt bijvoorbeeld dertig sportplusverenigingen. Verenigingen met een sterk maatschappelijk profiel waar bijlesuren, gezondheidsprogramma’s, aanbod voor schoolsportverenigingen enzovoorts er niet even bij wordt gedaan maar volwaardig deel uitmaken van het dna van de vereniging. Door dicht bij de verenigingen te staan en samen te ervaren waar clubs echt tegen aanlopen, ontstaan de mooiste dingen. Mooi voorbeeld is ons project ‘Pedagoog op de club’, waar we op 28 mei jl. de sportinnovatieprijs voor mochten ontvangen (zie filmpje hieronder).
Dat vraagt vanuit Rotterdam Sportsupport wendbaar zijn in rollen met versterking van de vereniging en langetermijnborging van de activiteiten centraal stellen. Vrije ruimte om te experimenteren en te ondernemen is daarbij cruciaal. Door geldstromen rigide te koppelen aan prestaties (KPI’s), is er te weinig handelingsvrijheid om in te spelen op veranderende behoeften uit de omgeving. Wil je impact maken en vertrouwen winnen dan is slag- en daadkracht nodig. Vanuit de gemeente vraagt dit een open houding van ambtenaren en bestuurlijk lef. Gelukkig kunnen we daar in Rotterdam op rekenen. Hier werken overheid en verenigingen samen op basis van vertrouwen, waar wij als organisatie een belangrijke schakel in zijn.
Vertrouwen dichtbij
Ik had het hierboven over de factor vertrouwen. In de visie op clubondersteuning van NOC*NSF wordt relatiebeheer niet voor niets als grootste voorspeller van succes benoemd. Dienstverlening kan kwalitatief nog zo goed op orde zijn, als het aan vertrouwen ontbreekt, heeft dit negatieve impact op het effect en de duurzaamheid van de relatie. Daarom juich ik het in Sportakkoord 2 opgenomen speerpunt om te werken aan versterking van lokale ondersteuningsstructuur met sport- en beweegloketten zeer toe.
"In de basis is ons verenigingsleven goud waard. Laten we er met elkaar voor zorgen dat die basis op orde blijft!"
Om verenigingsondersteuning effectief te laten zijn, zijn vertrouwen en kennis van de lokale omgeving net zo belangrijk als de thematische kennis en kunde die wordt aangeboden. Voor een groot deel van de ondersteuning geldt dan ook: hoe dichterbij, hoe beter! In Rotterdam hebben we dit goed op orde en als eerste sport- en beweegloket van Nederland dragen we graag bij door het delen van lessons learnt en waar mogelijk met de opschaling/implementatie daarvan. Er worden helaas in Nederland nog te veel wielen uitgevonden.
Zorgen
2026 wordt vanuit het perspectief van de lokale overheidsfinanciën gelabeld als ravijnjaar. Bezuinigen zijn ook voor 2025 al aangekondigd. Met het ontbreken van een sportwet is het gevaar dat de sportsector vogelvrij wordt verklaard en bij zal moeten dragen aan het vinden van middelen om andere tekorten te dekken. Extra geld is niet altijd de oplossing maar minder geld al helemaal niet… Verenigingen staan onder druk. Uit ons jaarlijkse vitaliteitsonderzoek blijkt dat de grootste uitdagingen van Rotterdamse verenigingen zich manifesteren op financiën en accommodatie-gerelateerde zaken. De knoppen waaraan bestuurders kunnen draaien om in control te blijven zijn beperkt. Voor de hand ligt dat contributies zullen stijgen wat gevolgen kan hebben voor de mensen die het juist zo hard nodig hebben met kansenongelijkheid op de loer. Mijn vurige oproep is lastenverzwaring, die de afgelopen jaren voor sportverenigingen fors is geweest, een halt toe te roepen en de middelen die beschikbaar zijn voor ondersteuning in stand te houden. Vanuit efficiency is in mijn ogen op de schaal van Nederland immers nog veel te winnen om zo toch de benodigde stappen extra te kunnen zetten.
Gemeentebesturen doen er goed aan de oproep van Daniel om anders naar sportverenigingen te kijken, serieus te nemen. De extra lading, die ik daaraan geef is verenigingen ook te koesteren vanuit samenredzaamheid en de businesscase dat investeren in sport en bewegen loont! Dat hangt niet af van of een vereniging wel of geen programmering biedt voor mensen in een kwetsbare positie. In de basis is ons verenigingsleven goud waard. Laten we er met elkaar voor zorgen dat die basis op orde blijft!
Volgende keer het antwoord op de vraag van Gert-Jan Lammens aan prof. dr Lucas Meijs, als hoogleraar Strategische Filantropie en Vrijwilligerswerk verbonden aan de vakgroep Business-Society Management van de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit:
Welke sociale ontwikkelingen vallen jou op, waar maak je je zorgen over in relatie tot verenigingen en welk advies zou jij (sport)bestuurders willen geven?

Other articles by this author



